-
1 extra
adj. extra, erbijkomend--------n. toegift; extra uitgave--------pref. buiten- (voorwoord)extra1[ ekstrə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 niet (in de prijs) inbegrepen zaak ⇒ exclusief iets, bijkomend tarief♦voorbeelden:————————extra22 superieur ⇒ uitmuntend, voortreffelijk♦voorbeelden:extra pay for extra work • extra betaling voor overwerkfour pound extra • vier pond extra————————extra3〈 bijwoord〉1 extra ⇒ buitengewoon, bijzonder (veel)♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский